vrijdag, april 24, 2015


Over het geluk van (nog niet) lezen

Sommige boeken blijven gelukkig ongelezen. Tot de tijd er rijp voor is. Neem nu Anna Karenina. Hoewel ik De gebroeders Karamazow (van die andere grote Rus, Dostojewski) en, als ik me het goed herinner, ook Oorlog en Vrede (net als Anna Karenina van Tolstoj) ooit bij wijze van ontspanning tijdens examens uit mijn moeders' boekenkast had geplukt en vele andere klassiekers verplichte lectuur vormden tijdens mijn studies, las ik Anna Karenina nooit. Toen de verfilming in 2012 met veel lof werd ontvangen, kocht ik dan ook voor een beschamend laag bedrag de pocketversie (nog altijd goed voor een centimeter of zes rugbreedte) en nam me voor de film niet te bekijken voor ik het boek gelezen had. En zo gebeurde. Tot nu - en wat een geluk.
Op mijn zeventiende had ik immers nooit de rijke psychologische inzichten, de vele vaststellingen en de ongelooflijke gelijkenis met onze huidige samenleving kunnen zien. Nu blijf ik me afvragen welk een genie in de schrijver moet hebben gehuisd: hoe bundel je zo veel treffende observaties in één boek? Hoe breek je binnen in zo vele zielen, die onmogelijk allemaal een stuk kunnen vormen van jezelf? En ook dit: in wezen is er niets veranderd. Er mag uiterlijk dan wel een en ander aan onze maatschappij zijn toegevoegd, de mens blijft gelijk. Klinkt in Oblonski's bedenking over het onderscheid tussen de mentaliteit in Petersburg en Moskou niet een echo van bepaalde stemmen in de discussie tussen betaald werkende en thuiswerkende vrouwen, die enkele maanden geleden sociale én gewone media bezig hield? 

'Zijn kinderen...? In Petersburg verhinderden de kinderen hun vader niet te leven. De kinderen werden op kostscholen opgevoed en er was hier geen sprake van die in Moskou zo algemeen verbreide, onzinnige opvatting - die bijvoorbeeld ook Ljwow had - dat alle rijkdom van het leven voor de kinderen moest zijn en alle moeite en zorg voor de ouders. Hier begreep men, dat een mens de plicht had voor zichzelf te leven, zoals ieder beschaafd, ontwikkeld mens leven moest.' (838)
Ik ben geen 'potloodlezer', maar wat was ik het graag geweest... Nu rest me niets dan het boek nogmaals te lezen, kuierend, aanstippend wat me treft - in het volle besef dat ongelezen boeken geen bron van schaamte moeten zijn. Een goede wijn blijft ook lang in de kelder liggen.

Geen opmerkingen: