woensdag, augustus 28, 2013

Ons kronkelende brein

Ik sta met broek en onderbroek op de knieën en grabbel in de badkamerkast. Mijn hand vindt alleen een lege kartonnen doos. Ik tast verder, iets wanhopiger nu. Lang wil ik hier zo niet staan. En dan vind ik toch wat ik zoek. 'God zij geloofd!'
God wat? Maar écht, dat is de zin die door mijn hoofd schiet, als ik hem al niet luidop zeg - zo precies weet ik het niet meer. Het moet van mijn tijd als voorlezer in de misviering geleden zijn dat ik dat nog heb gezegd. Waarom dan nu? Maar de opluchting is groot, te groot blijkbaar voor alledaagse woorden, en ik sta er verder niet bij stil.
Tot ik dit neerschrijf en besef wat ik daar nodig had. Inlegkruisjes. Inlegkruisjes. Zou het echt...?

zondag, augustus 25, 2013

Sterke vralen

Het is laat. Onze stemmen kaatsen door de straat. Of beter: één stem. Zij praat, glas in de hand, wij luisteren. Nu en dan kijkt ze op naar haar man, lijkt te verwachten dat hij zal aanvullen, bevestigen, het verhaal larderen met wat zij alweer vergeten is. De reis ligt net achter hen, maar het geheugen gaat zijn eigen gang. Wat hij beleefde, is niet wat zij vertelt. Hij is voorzichtig, bevestigt noch ontkracht. Alleen zijn blik verraadt dat er een tweede waarheid is.
Minder discreet was die andere man, begin deze week, bij een etentje in de tuin. Ook toen vertelde de vrouw. Hij ergert zich: 'Jij met je sterke verhalen, altijd! Je maakt het erger dan het was.' 
Het kan soms pijnlijk zijn, dat enthousiaste verhaal dat je meteen als opgeblazen doorprikt. Veel vaker is het alleen maar amusant. Het is niet de waarheid die dan telt, het is de sfeer, de dosering van humor en spanning, vervreemding en herkenbaarheid. Wat is er immers mis met sterke verhalen? Of horen zij de man toe? Speelt enkel hij dat schalkse spel dat schippert tussen waarheid en leugen?
Mijn oudste dochter hield een tijd geleden vol dat de vader van een vriendje het allersterkste was. 'Ja, hoor,' zei ze,' die heeft hele sterke vralen.' Vralen? 'Vralen, ja, echt sterke vralen.' En ze balt haar spieren. Pas dan begint het me te dagen. Lazen we niet een hele tijd geleden De prinses met de lange haren? En zocht zij geen man om de koffers met haar haren te dragen? Hij kwam, die sterke man uit het circus, en 'hij kwam met vele sterke verhalen'. 

Uit: De prinses met de lange haren, Annemarie Van Haeringen

zondag, augustus 18, 2013

Bedrog

Vanuit het dakvenster kijk ik uit over de huizenzee. Hoe anders lijkt het hier, hoeveel schuiner loopt de straat naar het station, dat nu niet langer links, maar rechts voor het huis lijkt te liggen. En terwijl ik het ene patroon in het andere probeer te passen, zie ik bos dat ik nooit eerder zag. Een lange blauwige strook bomen, een eind achter de eerste horizon. Ik zou kunnen geloven dat er een meer is, daar voor dat verre bos. Dat je er langs de oever van rots tot rots kan springen, dat het bos om het meer heen loopt, als een baken - niet om je het zicht op de eindeloosheid te ontnemen, maar om die te benadrukken. Het is een Zweeds meer, dat ik daar bij de horizon verzin. Een Zweeds meer, bij een Zweeds bos.


maandag, augustus 12, 2013

 O...
'O, wat was het heerlijk om eindelijk mijn nieuwe kleren uit de kast te mogen halen en ze aan te trekken! Buiten zongen de vogels, het was nog steeds zomer, achter de nevelsluiers was de hemel blauw en eindeloos.' 
Karl Ove Knausgård, Zoon
En, hop, meteen zijn het mijn kleren, mijn zomer, mijn kindertijd. Kleren kregen toen nog tijd: om langzaam in de kast te rijpen, tot ze aangedikt waren, een aura van feest en 'bijzonderheid' kregen. Ik probeer het nu nog wel eens, maar het werkt zelden. Nog minder bij mijn kinderen: die trekken nieuwe kleren het liefst van al meteen aan om in de tuin te spelen. 
Het spoor naar deze herinnering loopt langs een stationnetje. Want in die fractie van een seconde en met die verbazende gelijktijdigheid waarin herinneringen en gedachten verlopen, hoor ik de echo van die andere Scandinavische auteur:
'O, wat is het heerlijk als het zomer wordt! Dan zijn de dagen zo lang, dat je niet op zou willen houden met spelen.' 
Astrid Lindgren, De kinderen van Bolderburen
Ik heb er al eerder naar verwezen. Het is de jeugd die ik speelde... Ook ik wilde aardbeien aan strohalmen rijgen, hutten bouwen in het hooi en limonade drinken uit een poppenserviesje. Bij Knausgård gaat het al net zo. Het Scandinavische landschap duldt niet anders: spelen zult gij, eindeloos opgaan in de mogelijkheden van het landschap om je heen, over rotsen struinen, stenen werpen, bessen plukken...
En toch is het niet de jeugd van Knausgård die de echo liet klinken. Het is dat nauwelijks te vatten geluk, dat vleugje nostalgie, die ingehouden uitzinnigheid - in die ene letter. Die 'O', die deed het 'm.



dinsdag, augustus 06, 2013

De w van winterslaap, wakker en geduld

Ach, die zon. Ze is al lang weer terug van weggeweest. Niet deze blog: dat streepje zon - en een pak andere activiteiten waarmee ik u niet ga vervelen - was genoeg voor meer dan twee maanden winterslaap. Natuurlijk schreef ik nog: examenvragen, rapportcijfers, een enkele vakantiekaart... Blogideeën streken neer tussen stapels ongeplooide was (die ligt er nog, vrijwilligers mogen zich melden). Oriëntatieloop in het militair ziekenhuis, tatoeages bij de Zweedse bevolking, het profiel van de pretparkbezoeker, het betoverende Zweedse landschap. U had het allemaal kunnen lezen. Als ik het had geschreven.