dinsdag, april 16, 2013

Waarbij het belangrijk debet korter lijkt

U fronst de wenkbrauwen? Dat deed ik ook. En de leerling die dit schreef ongetwijfeld ook, toen ze de zin die aan deze parafrase voorafging voor ogen kreeg. Maar dat weerhield haar er niet van om precies die zin aan te halen in haar bespreking. Misschien lijkt wat je niet begrijpt altijd belangrijker.
Ook mijn dochter laat graag wat moeilijke woorden slingeren. 'Waar is de aansluiting?' vraagt ze, wanneer ze in een boek naar de inhoudstafel zoekt. Of, terwijl ze tevreden haar kinderijsje oplepelt en ik nog zit te wachten: 'Waar blijft jouw bestek?' Bestek had ik ook nog niet, maar wellicht had ze toch de gehele bestelling voor ogen.
(Daar is die dochter weer, zult u zeggen. En altijd de oudste, merkte mijn broer op, 'alsof ze er geen andere heeft'. Toen ik deze blog begon, zou ik het niet over mijn gezin en huis-tuin-en-keukenervaringen hebben - daarvan bestaan er voldoende andere blogs, en goede ook. Over taal zou ik schrijven, en over wat ik las. Maar geen mens strooit zoveel taalkwesties over me heen als zij. En haar eerste boek schreef ze ook al - zoals u eerder kon lezen.)
Het grote verschil tussen beide taalgebruikers: de schoolloopbaan van mijn dochter moet nog beginnen, die van de leerling zit er bijna op. Waar ging het mis? Wanneer hield taal op speelgoed te zijn en wil wat verborgen zit niet meer gevonden worden? 
In een les taalfilosofie vroeg ik naar het moeilijkste woord. Misschien had ik 'debet' verwacht, of 'parafrase'. Niets van dat. 'Ik zie je graag,' zei een leerling. 'Of: ik mis je. Dàt zijn moeilijke woorden.' Het werd een leuke les, waarin we veel met woorden speelden. Blokken zijn het voor hen niet meer, maar raadsels des te meer. Misschien ging het dus toch niet zo mis. Ik zal ze missen, die leerlingen.

Geen opmerkingen: