woensdag, maart 13, 2013

Daar is de lente, daar is de zon 
maar voor de vensterruit,
viel zacht naar beneden, de eerste sneeuw

Een namiddag lang deed de zon haar best om de sneeuw uit de tuin te branden. En toen, even plots als de zon was gaan schijnen, sneeuwde het weer. Stevige, korrelige vlokken die op je gezicht landden als hagel, maar zonder dat scherpe ervan. 
Zoon geraakte - alweer - in extase toen hij merkte dat het niet alleen op straat sneeuwde, maar ook in de tuin. Halfweg de lange gang, aan weerszijden met glazen deur, blikte hij heen en weer. Daar! Sneeuw! En ook daar! Dagenlang sneeuwt het al, en overal. Maar het blijft een wonder.
En gelijk heeft hij. Geen twee sneeuwbuien zijn hetzelfde. Ik zag sneeuw die rondzwierf als afgeklopte bloemsuiker, te zacht om genoeg zwaartekracht te winnen en te landen. Ik zag dikke vlokken, nauwelijks ontkomen aan het geheel van de wolk en alweer op weg om één wit deken te worden. Ik zag een stevige wind sneeuw horizontaal door de straten jagen, als bladeren op een herfstdag - die dwarrelen ook zelden. En ik zag vlokken gewichtsloos in de lucht hangen, netjes over het landschap verdeeld als parels aan een ketting.
Heeft Roderik Six ook dagenlang voor het raam gezeten? Rende hij bij elke druppel regen blij als een kind naar buiten, notitieboekje in de hand om vorm, geur, kleur en gewicht te meten? In Vloed regent het dagenlang, onophoudelijk. Een zondvloed, dus. Al herinner ik me van die laatste  - voor zover je je die herinneren kan, natuurlijk - vooral pijpenstelen. Six brengt meer variatie. Het durft er al eens te miezeren, bijvoorbeeld. Toch is het niet de regen die me het meest bijblijft van dit boek. Wel een soort jongensachtige branie, het scoutssfeertje dat rond de ramp hangt. Pagina's lang heb ik het gevoel dat ik dit al eerder las. Maar waar? Bij Tonke Dragt? Maandenlang stond Vloed al op mijn leeslijstje, nadat dit debuut nogal unaniem de hemel werd ingeprezen (hier en hier en hier bijvoorbeeld). Las ik misschien al te veel recensies? En dan, ruim halfweg, weet ik het: de sfeer van De stad der blinden, van José Saramago. Daar kan Vloed - uiteraard?niet aan tippen, maar van dan af, of neen, eigenlijk van bij het begin, lopen de leeservaringen door mekaar. Alsof ik een boek lees met een kalkje van een ander boek erbovenop. 

Geen opmerkingen: