zondag, februari 17, 2013

Een fluitje van een cent



Gisteren zag ik de Alverman (uit Johan en de Alverman, weet u wel?). Op een bankje speelde hij fluit. Nauwelijks enkele meters verder dribbelden basketspelers driftig heen en weer. Auto's vertraagden en trokken weer op, toeterden ongeduldig als het verkeer weer niet wilde vlotten. De Alverman speelde onverstoord verder. Tegen zijn benen leunden een drietal plastic zakken, waar hij zijn huis had ingestopt - een handvol dekens en een slaapzak. Hij zag er gelukkig uit, de man op de bank met de hoed en de fluit.
Hij keek niet op of om. Het fluitspel was niet bedoeld voor een publiek, vroeg niet om een aalmoes. Het was een cocon. Zolang hij blies, was hij in een andere wereld.
Toen ik nauwelijks enkele minuten later bij een verkeerslicht wachtte op groen, wenste ik me ook zo'n cocon. De auto waarin ik zat, kwam als harnas tekort. Een vrouw ging van portier tot portier, stak bedelend haar hand op naar de bestuurders. Onder haar arm hield ze een baby geklemd. Ook aan mijn raam kwam ze staan. 
Ik hield mijn blik strak op het stuur gericht, hoewel mijn huid probeerde tentakel te zijn, aangezogen door de baby en de vrouw. Geld geven wilde ik niet, ik wilde niet aanmoedigen dat hier, bij dit weer en op deze plek, een baby zijn eerste maanden doorbracht. Ik beeldde me in dat ik het raam zou opendraaien, zou zeggen: 'Geef me de baby, ik breng hem aan het eind van je werkdag naar je terug.' Ik wist dat ze het niet zou willen, dat de baby haar bonus was, de joker die ze inzette voor een spel dat ze nooit kon winnen. Ik hoopte dat de baby een pop was, dat het gezicht daarom zo goed tegen de vrouw lag aangedrukt, dat de muts en het winterpakje de pop moesten vermommen. Toen de vrouw na uitgerekte seconden verderging, keek ik haar in de achteruitkijkspiegel na. Ze trok de baby wat hoger op, een beweging die ik herkende, die ik zelf zo vaak had uitgevoerd, als de moegehuilde baby in je armen zwaar wordt van vermoeidheid, en jij probeert om eenhandig je werk verder te zetten. Een beweging die alleen een erg sluwe regisseur haar had kunnen bijbrengen. De baby was écht.
Op de radio speelde al die tijd muziek. Maar de toverfluit van de Alverman, die had ik niet.

Geen opmerkingen: