vrijdag, december 14, 2012

Over het nut van vervoegingen

U weet het al: ik lees Wat er van het leven overblijft. En het beklijft, al bots ik nu en dan met onhandige vergelijkingen. Om in de luttele leestijd zo veel mogelijk van het boek te - ja, wat? schrokken?, durf ik wel eens vals te spelen. Dan lees ik zo snel dat het bijna diagonaal wordt, en het niet anders kan of details vertroebelen. Tot de taal zelf scheidsrechter wordt. Op pagina 59 roept ze me halt toe. Het duurt nog een zin of vijf voor ik stop, als een trein die maar langzaam tot stilstand komt. Mijn blik glijdt weer omhoog, tot waar een 'n' ontbreekt. Tenminste, dat is wat ik geloof. Als er 'twee traditioneel Skånse piramidecakes' in de auto zitten, dan moet het 'dienden' zijn en dat is niet wat er staat. Een onoplettende redacteur? Gehaaste vertaler? Ik lees nog eens '(...) blij dat ze (...) als buffer diende', en het vergt me nog een hoop achteruitlezen voor het plaatje klopt. Niet de cakes vormen de buffer, maar Hedda zelf, die tussen haar broer, chauffeur, en haar vriendin in zit op de voorbank. De spullen liggen op de achterbank. Nu het beeld klopt, kan ik verder. Blij dat die 'n' als buffer diende.


Geen opmerkingen: