donderdag, december 20, 2012

Als marktkramer geboren

'Dames! 't Zijn goeie kousen, dames!' Kousen klinkt als 'kasen', en het geheel klinkt net zo mechanisch als het  pratende rendier dat ongetwijfeld ergens een kerstboom vergezelt. Hoort die man dat eigenlijk nog zelf? Moet hij, heel even maar, een drempel over om zo luid te roepen dat zijn stem tot bij de zich voorthaastende marktbezoeker geraakt (het regent immers, dus er is nauwelijks volk en wie er is, treuzelt niet)? Of gaat het net zo vanzelf als wanneer je autorijdt: je ziet een rood licht en, hop, je bent al aan het remmen? En gebeurt het dan ook wel eens wanneer het niet hoort? Een vrouw steekt de straat over terwijl hij onkruid staat te wieden en daar floept het zinnetje zijn mond uit: 'Dames! 't Zijn goeie kousen, dames!'

Geen opmerkingen: